Een levende steen

Vorig jaar had ik me naar aanleiding van de Erfgoeddag verdiept in de materie rond de dynamitering van de IJzertoren in 1946. Tijdens dit onderzoek (uiteindelijk uitgemond in een kleine bijdrage in ADVN-Mededelingen en een online lezing op een internationaal congres) stootte ik op een opvallend opiniestuk in De Nieuwe Standaard van de oud-vicerector van de KU Leuven, Karel Cruysberghs. Cruysberghs veroordeelde de dynamitering ten strengste, maar gaf tegelijkertijd aan dat de poging uiteindelijk op een mislukking was uitgedraaid. De brokstukken van de IJzertoren vormden volgens de oud-vicerector immers ‘levende stenen’ die ook na de dynamitering bleven voortbestaan.

‘Levende stenen’ is een intrigerende metafoor voor de context rond de IJzertoren: het geeft onmiddellijk aan dat een monument steeds onderhevig is aan interpretatie(s). Het impliceert bijgevolg ook dat naargelang de context verandert de betekenis die aan de stenen wordt gegeven kan veranderen, of gewoonweg verdwijnen (een ‘levende’ steen kan op een bepaald moment ‘sterven’).

Maar ‘levende stenen’ – zo heb ik geleerd na een uitzonderlijke vondst in het VTB-archief – is niet alleen een passende beeldspraak voor de dynamitering van de IJzertoren: de foto’s hierbij toegevoegd zijn een fascinerend voorbeeld van hoe de stenen ook letterlijk een nieuw leven konden krijgen. De foto’s illustreren immers een brokstuk van de gedynamiteerde IJzertoren, met het VTB-logo daarop prominent aanwezig. Het was in 1972 door het IJzerbedevaartcomité aan de VTB geschonken, als dank voor de vele steun van de VTB doorheen de decennia.

De VTB was op twee vlakken een belangrijke steunpilaar geweest voor het comité. Ten eerste had de VTB als toeristische vereniging een cruciale rol gespeeld in de massificatie van de IJzerbedevaarten. De VTB wilde immers via toerisme een wezenlijke rol spelen in de vorming van een Vlaamse identiteit. Dit kunnen we direct terugkoppelen aan het brokstuk: na wat speurwerk – en mede dankzij het beeldmateriaal hierbij toegevoegd – is het duidelijk geworden dat het overgeleverd stuk onderdeel was van de oriëntatietafel die de VTB al in 1934 had geplaatst op de IJzertoren. Het is bijgevolg een fascinerend voorbeeld van hoe de VTB via haar toeristische werking een bijdrage wilde leveren aan de bredere Vlaamse beweging.

Dit deed ze, ten tweede, ook via financiële middelen. Het document hierbij toegevoegd is een ‘blijvende dankbare herinnering’ van het IJzerbedevaartcomité aan de VTB voor haar bijdrage van meer dan 100.000fr. voor de heropbouw van de IJzertoren. Het benadrukt de verwevenheid tussen de IJzertoren en de VTB doorheen de laatste eeuw, en verklaart ook mede waarom het brokstuk van de eerste VTB-oriëntatietafel een nieuw leven werd geschonken.

Het is ten slotte ook geweldig om vast te stellen dat de steen uiteindelijk nog een ‘derde leven’ heeft gekregen: ze is immers nu een van de meest unieke stukken die via de overdracht van het VTB-archief aan het ADVN een plaats heeft gekregen in het archief![1]

Filmpje over de eerste VTB-oriëntatietafel die in 1934 op de IJzertoren werd geplaatst. Als je goed kijkt zie je hetzelfde VTB-logo van het brokstuk terug op de oriëntatietafel. In de jaren 1960 zou de VTB een nieuwe oriëntatietafel schenken aan de IJzertoren.

[1] Een speciale dankjewel aan Peter Verplancke van het Museum aan de IJzer die de suggestie had gemaakt dat het brokstuk mogelijk afkomstig was van de eerste VTB-oriëntatietafel!

V(oe)TB(al)

De VTB was meer dan alleen een toeristische vereniging: lokale afdelingen hadden immers een enorm divers aanbod dat ze aan hun leden konden presenteren.

Sport was daarbij een vaak terugkerende activiteit die een vast onderdeel was van de lokale werking. Het kende een enorme diversiteit: in de beginjaren van de vereniging ging het voornamelijk om fiets- en wandelclubs, maar gaandeweg begon het aanbod zich meer en meer te diversifiëren. Zo vonden ook turnen, volleybal, zwemmen, en zelfs yoga uiteindelijk een plaatsje in het lokale aanbod.

Vanzelfsprekend was voetbal een van de sporten die geregeld op de kaart stond. Maar voetbal beperkte zich niet enkel tot het lokale niveau: in de jaren 1980-1990 bestond er op nationaal niveau een heuse ‘Sportklub VTB-VAB’ (S.K. VTB-VAB), met natuurlijk eigen VTB-voetbaltruitjes.

Een opvallende gebeurtenis, zoals de foto’s hieronder uit 1982 en 1995 tonen, waren de wedstrijden met andere (culturele) organisaties. Zo speelde SK VTB-VAB in 1982 op de velden van de voetbalclub Berchem Sport tegen de voetbalploeg van de BRT (nu VRT), en zien we erevoorzitter Jozef van Overstraeten de aftrap geven. De finale score kennen we niet, maar we kunnen er zeker van zijn dat de aftrap door Van Overstraeten de ‘VTB’allers’ vleugels moet hebben gegeven!  

Fietstocht ter ere van het 100.000e VTB-lid


Enkele maanden na de stichting van de VTB was de secretaris, Frans Luyten, met verstomming geslagen: “hetgeen nu gebeurt, hadden wij nooit durven verwachten; dat onze jeugdige plant met zulke ongemeene kracht zou opschieten, wie had dat ooit gedacht?”[1]

In 1 jaar tijd was het ledenaantal van de vereniging al uitgebreid tot over 5000 leden, en de exponentiële groei van de “jeugdige plant” zou de volgende jaren niet afzwakken. Het duurde dan ook niet lang voordat de vereniging haar 100.000e lid mocht registreren. Vanzelfsprekend vierde de vereniging deze gelegenheid op grootse wijze, en organiseerde ze in 1931 verschillende festiviteiten. De beelden hier (en op de voorpagina van het platform) zijn ook afkomstig van die festiviteiten: het was de fietstocht die de feestvierders na het uitgebreid menu ondernamen richting het Rivierenhof in Deurne.

De keuze om met de feeststoet naar het Rivierenhof te gaan was geen verrassing: de plaats was in een korte tijd immers uitgegroeid tot een van dé trekpleisters in de groot-Antwerpse omgeving. De VTB had echter al van bij de aanvang een oog op het potentieel van het Rivierenhof: in 1923 berichtte ze in De Toerist over de plannen om het domein “toegankelijk [te stellen] voor het publiek”. Hoewel ze initieel nog sceptisch stond tegenover de aankondiging – “wij opperden de vrees dat dit een Aprilvisch zou zijn” – was ze optimistisch over de werken die werden uitgevoerd: “Men is volop bezig met makadambestrating van de groote toegangsbaan. Twee tennisvelden zijn in aanleg achter het kasteel, dat in spijshuis wordt omgezet. Een paar paviljoenen worden in drankhuisjes veranderd.”[2] De VTB was dan ook hoopvol dat “Groot-Antwerpen zich [deze lente nog] in een mooi park te meer [zal] mogen verheugen.”

De beelden acht jaar later bewijzen dat de VTB nog niet van gedachte was veranderd.


[1] F. Luyten, ‘Vooruit!’, De Toerist 1:2 (1922): 30.

[2] S.n., ‘Het Rivierenhof’, De Toerist 2:7 (1923): 105.