Ik ga op reis en ik neem mee… een zegening van Sint-Christoffel!

In de zomer van 1930 had er zich een grote menigte verzameld voor de statige trappen van de kerk in Herentals. Het was de jaarlijkse Sint-Christoffelviering, en van mijlenver hadden Vlamingen zich naar de ‘Keizerstede’ gerept om een zegening van de lokale priester te ontvangen. De heilige Christoffel is immers de patroonheilige van de reizigers, en menig toerist en VTB’er zag een zegening van de heilige als een garantie op een zorgeloze reis of fietstocht. Maar de zegening gold niet alleen voor de reizigers zelf: ook het voertuig waarmee een reiziger zich verplaatste kon gezegend worden, en menig toerist opteerde die dag in Herentals precies voor die optie.

Een autowijding in Herentals in 1928

‘Autowijdingen’, zoals het algemeen gekend was, waren immers een populaire praktijk in toeristisch Vlaanderen. Het principe was simpel: een zegening van de heilige Christoffel weerde mogelijke ongelukken, en gold als een garantie dat het voertuig geen defecten zou hebben. De praktijk was daarenboven, ondanks de naam, niet alleen gelimiteerd tot auto’s: ook fietsen konden de zegening van de heilige krijgen, en de fietser (hopelijk) van veel platte banden of kapotte fietskettingen besparen.

De foto’s hieronder tonen daarnaast dat de praktijk niet enkel populair was vóór de Tweede Wereldoorlog: de foto’s van een grote menigte die in 1952 voor de kerk van Tongeren was samengekomen om de zegening van Sint-Christoffel te ontvangen, ilustreren hoe ook in het naoorlogse Vlaanderen menig toerist of autobestuurder zich veiliger voelde nadat zijn voertuig de zegening had gekregen.

Autowijding in Tongeren in 1952

De praktijk zou uiteindelijk doorheen de tweede helft van de twintigste eeuw in ongebruik geraken. Die graduele verdwijning van de autowijdingen illustreert volgens mij twee aspecten. Enerzijds is het een voorbeeld van de secularisering van de maatschappij, waardoor traditionele rituele gebruiken of praktijken (zoals autowijdingen) gaandeweg in de vergetelheid geraakten, of een veel minder breed publiek konden aantrekken.

Anderzijds is de verdwijning van de Sint-Christoffelzegening een indicatie van de professionalisering van de toeristische sector na de Tweede Wereldoorlog. De graduele opkomst van een enorme diversiteit aan verzekeringen (reisbijstand, autoverzekering, verzekering tegen diefstal van bagage etc.) – een gevolg van de opkomst van het massatoerisme na WOII – verplaatste het vertrouwen van de toerist van de heilige naar de touroperator. Door het aanbod aan verzekeringen was het nu de reisorganisator of autodienst zelf die garant stond voor het veilige verloop van de reis, of het weren van defecten aan het voertuig. Zoals de eerdere bijdrage over Europech al illustreerde, had ook de VTB hierin een steentje bijgedragen, en nam daardoor (op zekere manier) zelf ook de mantel van de heilige Christoffel over: de zegening gebeurde nu immers niet meer in de kerk, maar in het lokale VTB-kantoor…

Wijding van fietsers en fietsen in Herentals in 1930

‘Vakantiepech? Ik bel Europech’

De jaren 1960 waren gekenmerkt door een exponentiële toename van het autogebruik in België. In 1950 waren er in België 273.599 persoonswagens geregistreerd, maar dit nummer zou in de volgende twee decennia bijna verachtvoudigen tot 2.059.616 in 1970.[1]

De doorbraak van de auto in naoorlogs België had vanzelfsprekend ook gevolgen voor de vereniging. De auto werd immers hét voertuig voor zowel dagelijks gebruik als toerisme. VTB-VAB begon bijgevolg ook steeds meer activiteiten te ontwikkelen gericht op het autogebruik, met de lancering van haar professionele pechverhelpingsdienst ‘Wacht op de Weg’ in 1969 als meest prominente voorbeeld.[2]

De pechverhelping kreeg daarenboven vanaf 1974 ook een Europese dimensie: het toerisme was immers ingrijpend veranderd door de intrede van de auto, en vakanties met de eigen wagen werden in de periode vanaf de jaren 1960-1970 geleidelijk aan de norm.

Een toename van vakanties met de eigen wagen in het buitenland bracht echter ook nieuwe risico’s met zich mee: ongevallen met de auto, panne, lekke banden etc. werden vanaf heden een vaak terugkerend probleem voor de toeristische autogrebruiker.

VTB-VAB zou al snel een antwoord bieden aan de nieuwe toeristische realiteit met de introductie van ‘Europech’ in 1974, een verzekering die bijstand in het buitenland garandeerde. Europech was een onmiddellijk succes voor de vereniging: de verkoop van de reisbijstandsverzekering was in drie jaar tijd verzesvoudigd, mede dankzij de verkoop van de polis in niet alleen de VTB-VAB kantoren, maar ook de filialen van de Kredietbank.

De introductie en het snelle succes van ‘Europech’ zijn illustratief voor de veranderende toeristische context vanaf de jaren 1960, wanneer de nadruk geleidelijk aan meer op de auto, en de daaraan gekoppelde individualisering van de toerist kwam te liggen. De foto’s hieronder illustreren nog enkele incidenten in het buitenland, met onder meer het wegtakelen van een beschadigde auto in Zagreb.  


[1]https://statbel.fgov.be/nl/themas/mobiliteit/verkeer/voertuigenpark

[2] Zie Sophie Bossaert, ‘Snel weer op weg. Het verleden van de Vlaamse Automobilistenbond (VAB’, in: WT 79:2 (2020), 170-180.