Ik ga op reis en ik neem mee…een VTB-zakapotheek!

Tijdens de algemene bestuursvergadering van 14 september 1924 maakte Jozef Goossenaerts, op dat moment nog niet zo lang lid van het bestuur van de jonge toeristenvereniging, een ‘belangwekkende mededeling’. De mededeling was een logisch gevolg van de gedwongen carrièreswitch die Goossenaerts na de Eerste Wereldoorlog had moeten maken, nadat hij bericht had gekregen dat hij zijn post als leerkracht naast zich moest neerleggen.  

Na zijn ontslag was de ex-leerkracht en filoloog immers in de farmaceutische wereld terechtgekomen, om het uiteindelijk te schoppen tot beheerder van de in 1924 in Gent net opgerichte ‘Medisch-Pharmaceutische Centrale’ (MPC) die zich inzette om de levering van farmaceutische producten vanuit Frankrijk te verminderen en vooral in lokale handen te centraliseren.

Vanuit zijn nieuwe positie zag Goossenaerts een toekomstig geslaagd huwelijk tussen de VTB en de MPC, en stelde op die septembervergadering voor dat de VTB – ‘mits principieel akkoord van het Bestuur van den VTB’ – een eigen ‘V.T.B.-zak-apotheek’ ter beschikking zou stellen aan de leden van de vereniging. Goossenaerts stelde daarenboven ook nog voor dat het ‘noodzakelijk’ was om een ‘gebruiksaanwijzing toe te voegen’ aan de zakapotheek, en ‘wellicht ook beknopte hygiënische leefregels voor de toerist’.  

Goossenaerts’ voorstel werd ‘eenstemmig’ door het bestuur goedgekeurd: ‘al de aanwezigen [vonden] het gedacht uitstekend’, en spoorden Goossenaerts aan om het idee van een VTB-zakapotheek zo snel mogelijk te realiseren.

De foto hieronder is een voorbeeld van de VTB-zakapotheek die de vereniging uiteindelijk aan haar leden zou verkopen. De foto zelf is intrigerend omdat ze enkele interessante elementen onthult die de grote lijnen van de geschiedenis van de VTB tijdens het interbellum zeer tastbaar maken.

De VTB-Zakapotheek die op voorstel van Goossenaerts in de jaren 1920 aan de leden wordt verkocht

Zo zijn de medicijnen toegevoegd aan de zakapotheek – behalve één pakje van ‘Englisch Heft-Plaster’ – allemaal voorzien van Nederlandse bijschriften en beschrijvingen. Het was, zoals de oprichting van de Medisch-Pharmaceutische Centrale in Gent ook illustreerde, immers nog geen vanzelfsprekendheid dat medicijnen voorzien waren van Nederlandse teksten. Het is daarom een klein maar opvallend voorbeeld van hoe tijdens het interbellum de VTB, net zoals zoveel andere verenigingen (zoals het Vlaamse Kruis, of de later door Goossenaerts opgerichte Vereniging voor Wetenschap), probeerde om het Nederlands in zoveel mogelijk culturele en wetenschappelijke velden als omgangstaal te verstevigen. Het is een mooi voorbeeld van hoe de VTB de ‘V’ in haar logo en naam kracht probeerde bij te zetten.

Daarnaast is de zakapotheek een fascinerende illustratie van de opkomst van de moderne toeristische infrastructuur: de toevoeging van een ‘gebruiksaanwijzing’ bij het gebruik en nut van elk medicijn (zo is er o.m. een ‘zalf tegen zweetvoeten’, zijn de ‘muntpastillen zeer sterk’ en voornamelijk nuttig tegen ‘maag, of buikkrampen’, en worden er richtlijnen voorzien in het geval van ‘vergiftiging’) illustreert de kerngedachte van de VTB tijdens deze periode om de Vlaamse burger te ‘leren reizen’. Het toont hoe reizen – en de medische kwaaltjes die mogelijk tijdens het reizen kunnen opduiken (zoals zweetvoeten of een allergie) – nog geen vanzelfsprekendheid was in het Vlaamse toeristische landschap van tussen de twee oorlogen. Het is een opvallend contrast met de huidige maatschappij, waar de kleine zakapotheek standaard een van de eerste zaken is die wordt toegevoegd aan de reiskoffer.

Ten slotte is de zakapotheek ook een testament van de toewijding en inspanning van de vele VTB’ers die de vereniging mee kleur hebben gegeven. De zakapotheek is immers voorzien van medicijnen uit de apothekerskast van Jozef (Jos) Joos, de Wilrijkse apotheker die zich al tijdens de eerste vergadering in de Zingende Molens in 1921 als lid had ingeschreven, en uiteindelijk na de Tweede Wereldoorlog voor een korte periode als voorzitter aan het stuur van de vereniging zou staan. Het is een mooie illustratie van de toewijding die zoveel VTB’ers doorheen de laatste eeuw overhadden om de toeristische vereniging tot een succes te maken.

Sta dus zeker eventjes stil bij de lange en fascinerende geschiedenis van de zakapotheek, de volgende keer als je ze vanzelfsprekend toevoegt aan je valies!